Elke Nederlander zou graag zien dat ons land geleid wordt door de beste mensen. Ook zou men graag de juiste mensen op topposities binnen het onderwijs en de zorg zien. Om de beste mensen te trekken, hoort bij een topfunctie nou eenmaal een topsalaris. Echter vinden mensen het altijd moeilijk te rechtvaardigen wanneer de directeur van een instelling meer dan twintig keer zo veel verdient dan de werknemer onderaan de ladder van het bedrijf.
Ik kan mij helemaal vinden in de scheve gezichten die men heeft bij de uitgekeerde bonussen aan onder andere bankiers terwijl zij eigenlijk gigantisch hebben gefaald. Ook is het het moeilijk om een ontslagpremie goed te praten die meegegeven is aan bestuurder die vertrekt, omdat hij een bedrijf de afgrond heeft in geholpen.
Om iets te doen aan de hoge salarissen is er sinds 2006 de vrijwillige Balkenendenorm. Volgens deze norm mogen openbare bestuurders niet meer dan 130% van een ministerssalaris verdienen. Denk hierbij aan bestuurders/grootverdieners van/bij De Nederlansche Bank (DNB), de Autoriteit Financiële Markten (AFM), zorginstellingen, onderwijsinstellingen, woningbouwcorporaties, de publieke omroep, energiebedrijven en bedrijven die te maken hebben met het openbaar vervoer (bijvoorbeeld ProRail). Aan dit alles is ook een wet gekoppeld, namelijk de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (Wopt) waardoor, zoals de naam suggereert, instellingen die gefinancierd worden met overheidsgelden (zoals subsidies) verplicht zijn de topinkomens (inkomens boven de €193.000 in 2010) te publiceren. Tevens wordt er gewerkt aan een wet die gouden handdrukken (ontslagvergoedingen) moet tegengaan.
Natuurlijk leidt de Wopt niet meteen tot lagere inkomens, maar zodoende is er wel een discussie losgekomen binnen Nederland. Hier is bijvoorbeeld te zien welke functies per instelling boven de norm zitten. Zo verdienen bijvoorbeeld Matthijs van Nieuwkerk en Paul de Leeuw volgens het jaarverslag van de publieke omroep €491.025 en €374.583 euro, al is niet bekend wie bij welk bedrag hoort. Met ingang van volgend jaar wordt de eerder genoemde norm werkelijkheid. Er mogen geen inkomens boven 130% van het ministersalaris zitten en ontslagvergoedingen mogen maximaal €75.000 bedragen.
Een belangrijk gevolg hiervan is dat het werken voor de (semi)overheid hierdoor in één klap minder aantrekkelijk wordt. Het zal waarschijnlijk geen directe gevolgen hebben voor het niveau van de topmensen, maar voor toekomstige bestuurders wordt de particuliere sector hierdoor alleen maar interessanter. Aangezien wij Nederlanders graag topmensen op topfuncties willen zien, zal er ook wat gedaan moeten worden aan de salarissen binnen de particuliere sector om dit gat (wat er natuurlijk altijd al is geweest) niet nog groter te laten worden.
Big thinking precedes great achievement.
Wilfred Peterson |