Onlangs ben ik met vrienden een weekendje naar Dublin geweest. Één van de toffe dingen die we daar gedaan hebben, is het bijwonen van een rugbywedstrijd van de lokale topclub Leinster. Het betrof een wedstrijd tegen de Glasgow Warriors in de PRO14 competitie die uiteindelijk helaas verloren ging.
De PRO14 is een van de top 3 rugby competities en bestaat uit teams afkomstig uit verschillende landen. Ooit begonnen als de Welsh-Scottish League in 1999, daarna uitgebreid met Ierland en omgedoopt naar de Celtic League, om in 2011 te evolueren naar de PRO12 na toetreding van twee Italiaanse teams. De huidige PRO14 bestaat uit 14 teams waaronder twee Zuid-Afrikaanse. Dit onder andere om de competitie met de Engelse Premiership en Franse Top14 aan te blijven gaan, zoals in het voetbal af en toe de discussie over een BeNe-liga weer opkomt om aansluiting met de grote 5 te houden.
De Ieren zijn natuurlijk dol op bier en daarom was het geen grote verrassing dat er overal reclame van Guinness te zien was in het stadion. Heel even dacht ik dat Guinness de hoofdsponsor van Leinster was, omdat er naast reclame op borden en vlaggen, ook gesponsorde cornervlaggen en doelpaalbescherming was. Daarnaast zat er een grote gelijkenis in het logo van de rugbyclub en het biermerk.
Toen ik echter ook de scheidsrechters in door Guinness gesponsorde tenues en met het Guinness logo bedrukte vlaggen het veld zag betreden, kon dit natuurlijk niet het geval zijn. Wat blijkt, Guinness is de hoofdsponser van de competitie en daarom heet het dan ook de Guinness PRO14.
Terug naar het logo. Waarom lijken deze dan zo veel op elkaar? Beide logo’s bevatten een op elkaar lijkende harp. Dit traditioneel Iers instrument is ook terug te vinden in het wapen van Ierland. Hierdoor is het niet geheel onlogisch dat het tevens gebruikt is in het logo van een Ierse rugbyclub en een Ierse bierbrouwer.
Echter, er iets speciaals aan de hand met deze harp. Omdat Guinness haar beeldmerk al in 1876 heeft vastgelegd als trademark, heeft de Ierse overheid haar harp de andere kant moeten laten opdraaien. Dit zodat beide emblemen te herkennen zijn.
Dit blijft toch altijd het lastige aan het gebruik van gangbare lokale symbolen in (bedrijfs)logo’s. Het moet voor de consument wel onderscheidend zijn en natuurlijk voldoen aan handelsmerkregistraties. Ook overheidsorganen ontkomen hier niet aan.
Big thinking precedes great achievement.
Wilfred Peterson |