Afgelopen woensdag won HSV Hoek van FC Lisse in de KNVB Beker. Het frappante aan deze ontmoeting is dat het niet om een volledige wedstrijd ging, maar slechts om een strafschoppenserie. Nog frappanter is dat op 20 september FC Lisse na verlenging (2-2) al met 5-4 van Hoek had gewonnen in een eerste penaltyserie.
Het probleem bij deze penaltyreeks was echter dat de scheidsrechter de strafschoppen had laten nemen volgens het zogeheten ABBA-principe. Dit is echter niet volgens de regels van de KNVB welke voorschrijven dat de strafschoppen om en om (ABAB) genomen moet worden. Een week later werd dan ook door de KNVB besloten dat de penalty’s opnieuw moesten worden genomen.
Dit pakte helaas ongunstig uit voor FC Lisse waar zij statistisch gezien in het voordeel waren. Dit omdat zij de toss wonnen en daarom mochten beginnen. Uit onderzoek van Ignacio Palacios-Huerta, professor aan de London School of Economics, blijkt namelijk dat 61% van de ‘gewone’ penaltyseries wordt gewonnen door het team dat hieraan begint. Van een vorm van thuisvoordeel in penaltyreeksen lijkt overigens geen sprake te zijn.
Het in de oorspronkelijke wedstrijd gebruikte ABBA-principe wordt in verschillende competities door de UEFA getest. Waar deze wijze, tevens al langer gebruikt in de tenniswereld bij een tiebreak, voor een ‘eerlijkere’ wedstrijd zorgt, is er een nog neutralere volgorde. Deze serie staat bekend onder de naam Prouhet–Thue–Morse (PTM) volgorde en is als volgt ABBA – BAAB – ABBA – BAAB.
Voor de kijker wellicht te ingewikkeld, maar dit elimineert het beginvoordeel nog meer dan de ABBA-variant, aangezien het winstpercentage voor het startende team verminderd van 61% naar 51%.
Hoe dan ook, mocht HSV Hoek op 25 oktober in de tweede ronde tegen Heracles Almelo nog steeds gelijk staan, dan zal hier het welbekende ABAB-principe worden gehanteerd.
Efficiency is doing things right, effectiveness is doing the right things.
Peter Drucker |