Afgelopen zaterdag heb ik samen met mijn vriendin de Kunsthal in Rotterdam bezocht. Hier was een expositie over 100 voorwerpen uit de Tweede Oorlog met elk hun eigen verhaal. Laat ik vooropstellen dat de tentoonstelling zeker een aanrader is, maar niet het onderwerp van dit blog. Dit is echter wel 1 van die 100 voorwerpen. In één van de vitrines lagen namelijk een aantal Reichskreditkassenscheine (RKKs), geld waarmee de Duitse soldaten in Nederland (en andere landen) betaalden.
Nu hebben op de middelbare school de cijfermatige vakken waaronder economie meer mijn interesse gehad, maar ik kan mij niet heugen dat ik bij geschiedenis ooit de term Reichskreditkassenscheine heb horen vallen. Laat staan dat we over dit schijngeld hebben gesproken. De methode van betalen triggerde mij enorm vandaar dat ik hier graag wat meer over schrijf.
Met de bezetting van Nederland komt in 1940 een nieuw tijdelijk betaalmiddel in omloop: de Reichskreditkassenscheine. Met dit geld rekenen Duitse soldaten af in Nederlandse winkels. De winkeliers wisselen de biljetten vervolgens bij hun bank om voor guldens. Uiteindelijk moet De Nederlandsche Bank deze Reichskreditkassenscheine financieren en afdragen aan de Reichskreditkasse in Berlijn. Maar ze krijgen er geen geld voor terug. Het is dus schijngeld: de Nederlandsche Bank blijft zitten met waardeloze stapels papier en de Nederlandse staatskas draait op voor de kosten. De Duitse bezetter krijgt feitelijk alles gratis (ontleend aan tweedeoorlog.nl).
In eerste instantie lijkt deze constructie gunstig voor de winkeliers aangezien zij niet klakkeloos voedsel en producten hoeven af te staan aan de bezetters, maar hier gewoon wettelijk geld voor ontvangen. Echter, doordat uiteindelijk De Nederlansche Bank (DNB) geen geld voor de RKKs terugkrijgt, financieert Nederland dus de uitgaven van Duitse soldaten tijdens WOII. Ten eerste scheelt dit de Duitsers natuurlijk eigen uitgaven en ten tweede bespaart dit hen het gevaar van inflatie doordat het papiergeld geen waarde in Duitsland zelf had.
Uiteindelijk raakt dit de gewone middenstander ook. Doordat De Nederlandsche Bank dit Duitse monopoliegeld moest aannemen en omruilen voor guldens moest zij geld blijven bijdrukken om hieraan te kunnen blijven voldoen. Dit had een inflatie in Nederland tot gevolg (en dus niet in Duitsland) waardoor de gulden in waarde daalde.
Vanwege het grote succes, werd deze munt in alle bezette landen ingezet (behalve in de Sovjet-Unie aangezien hier alles al van de staat was en dus “gratis” door de soldaten mee te nemen). De middenstander leek in eerste instantie niet direct geraakt te worden, maar de RKKs zorgden, zoals gezegd, dus tot inflatie in de bezette landen en uiteindelijk tot veel onstabiele munten in Europa.
The real fact of the matter is that nobody reads ads. People read what interest them, sometimes it’s an ad.
Howard Gossage |